Vermogensbelasting in 2021 aangepast: meer of minder betalen?
Op Prinsjesdag zijn de financiële plannen voor het volgende jaar bekend gemaakt. Voor ons zijn hierbij vooral de aanpassingen van de vermogensbelasting in 2021 van belang. Wat gaat er precies veranderen? En moet jij dankzij deze verandering meer of juist minder belasting gaan betalen?
Wat is vermogensbelasting?
De vermogensbelasting wordt ook wel de vermogensrendementsheffing genoemd. Het is een belasting op het inkomen dat je haalt uit je vermogen. Je kunt hierbij denken aan rendementen uit bijvoorbeeld aandelen en obligaties, maar ook rente op spaartegoeden en deposito’s.
De belastingdienst kijkt hierbij niet naar het daadwerkelijk behaalde rendement, maar gaat uit van een fictief rendement, gebaseerd op de hoogte van vermogen. Hierdoor betaal je over €100.000 aan spaargeld op de bank precies evenveel vermogensbelasting als over €100.000 in beleggingen, ondanks de extreem lage rente op spaargeld.
De overheid gaat ervanuit dat mensen met een groot vermogen meer rendement uit hun vermogen halen dan kleine spaarders. Grote vermogens worden daarom zwaarder belast. Hiervoor gebruikt de belastingdienst een systeem van 3 schijven, waarbij het vermogen in iedere hogere schijf, hoger belast wordt.
Je betaalt vermogensbelasting over je totale belastbare vermogen. Fiscaal afgeschermde tegoeden, zoals vermogen in je pensioenpot of groene beleggingsfondsen, vallen hierbuiten en worden niet belast.
Schulden mogen vaak afgetrokken worden van het vermogen. Daarnaast hoef je over het eerste deel van je vermogen géén vermogensbelasting te betalen. Dit noemt men de belastingvrije voet.
De vermogensbelasting in 2021
In de op Prinsjesdag aangekondigde plannen is de vermogensbelasting in 2021 op de schop genomen, maar véél minder ingrijpend dan bij het proefballonnetje van vorig jaar.
Er zijn een aantal veranderingen aangekondigd voor de vermogensbelasting in 2021:
- De belastingvrije voet gaat van €30.846 naar €50.000 (x2 voor fiscaal partners)
- De 3 schijven worden verschoven en de fictieve rendementen gaan omhoog
- De belasting op het fictieve rendement gaat van 30% naar 31%
De hoogte van de vermogensbelasting in 2021:
| Vermogen | Fictief rendement | Belasting % | Vermogensbelasting 2021 |
| €0 t/m €50.000 | – | – | – |
| €50.001 t/m €100.000 | 1,90% | 31% | 0,59% |
| €100.001 t/m €1.000.000 | 4,50% | 31% | 1,40% |
| >€1.000.000 | 5,69% | 31% | 1,76% |
Ter vergelijking zie je hieronder de situatie in 2020:
| Vermogen | Fictief rendement | Belasting % | Vermogensbelasting 2020 |
| €0 t/m €30.846 | – | – | – |
| €30.847 t/m €103.643 | 1,79% | 30% | 0,54% |
| €103.644 t/m €1.036.418 | 4,19% | 30% | 1,26% |
| >€1.036.418 | 5,28% | 30% | 1,58% |
Ga jij meer of minder betalen?
Zoals je ziet in de bovenstaande tabellen wordt de vermogensbelasting in alle schijven hoger. Dat betekent echter niet automatisch dat je meer belasting gaat betalen. De belastingvrije voet wordt namelijk ook fors verhoogd.
De hogere belastingvrije voet is vooral gunstig voor kleine spaarders die meer dan €30.000 aan vermogen hebben. Ook voor fiscaal partners, die de belastingvrije voet mogen verdubbelen naar €100.000 over het gezamenlijke vermogen, kan dit een positief effect hebben.
Mensen met een groot vermogen (meer dan €1.000.000 bijvoorbeeld) gaan er juist iets op achteruit.
Waar ligt het omslagpunt?
Volgens de berekeningen van FiscAlert ligt het omslagpunt op een vermogen van €220.000, of €440.000 voor fiscaal partners. Iedereen met minder vermogen gaat er met de plannen voor de vermogensbelasting in 2021 op vooruit. Over hogere vermogens moet helaas iets meer belasting betaald worden.
Wil je liever niet teveel belasting betalen? Lees dan ook hoe je kunt besparen op de vermogensbelasting.