Plannen 2022 zijn doodsteek obligaties

Plannen 2022 zijn doodsteek obligaties

Het op vrijdag aangekondigde nieuwe stelsel voor vermogensrendementsheffing, dat vanaf 2022 gebruikt zou moeten worden, valt erg negatief uit voor beleggers. Voor obligaties betekent het nieuwe plan, in de nu voorgestelde vorm, echter de absolute doodsteek.

Veel mensen die streven naar financiële onafhankelijkheid maken gebruik van obligaties om hun beleggingsportefeuille te beschermen tegen scherpe koersdalingen op de aandelenmarkt. Zoals je wellicht eerder hebt gelezen ben ik zelf, met de huidige lage rentestanden, geen fan van obligaties. Dat neemt echter niet weg dat veel beleggers een aanzienlijk deel van hun vermogen in obligaties geïnvesteerd hebben.

Vanaf 2022 wordt het houden van obligaties echter een zeer kostbare hobby.

Let op: De informatie in dit artikel is verouderd. De voorgestelde wijzigingen zijn inmiddels van tafel.

1.75% belasting op obligaties vanaf 2022

In het nieuwe belastingsysteem voor 2022 worden obligaties op dezelfde manier belast als aandelen. Er wordt vanaf dan uitgegaan van een, voor obligaties volstrekt onrealistisch, fictief rendement van 5.33%. Hierover betaal je jaarlijks een vermogensbelasting van 33%.

Met deze cijfers kom je uit op een jaarlijkse belastingdruk van 1.75% op je obligaties.

Als obligaties werkelijk 5.33% opleverden zou dit geen groot probleem zijn. Dankzij de extreem lage rentes hebben Europese staatsobligaties over de komende 10 jaar echter een verwacht rendement van 0.00%.

Samengevat: Je betaalt jaarlijks 1.75% vermogensrendementsheffing, plus fondskosten en eventuele transactiekosten, voor obligaties die je op termijn geen enkel rendement opleveren. Dat betekent een vrijwel gegarandeerd verlies van 2% op jaarbasis.

En dan hebben we de inflatie nog niet meegerekend…

Alternatieven: Spaargeld, deposito’s en groenfondsen

Spaargeld levert momenteel, net als obligaties, ook vrijwel geen rendement op. Het grote voordeel van spaargeld is echter dat dit in het nieuwe belastingsysteem slechts wordt belast tegen een fictief rendement van 0.09%. Hierover betaal je jaarlijks 33%, wat neerkomt op 0.03%.

Hiermee is het aanhouden van spaargeld vanaf 2022 op jaarbasis al snel bijna 2% voordeliger dan beleggen in obligaties. Als je de inflatie en bankkosten meeneemt, behaal je nog altijd een flink negatief rendement op spaargeld, maar het is minder pijnlijk dan bij obligaties.

Deposito’s

Een beter alternatief is een deposito, dat in het nieuwe systeem ook als spaartegoed wordt behandeld. Op deposito’s kun je bij sommige Nederlandse partijen nog altijd rond de 1% rente per jaar ontvangen.

Een nadeel van een deposito is wel dat je geld voor langere tijd vaststaat. Je moet daarom voor jezelf afwegen of dit extra procentje rendement je het verlies van flexibiliteit waard is, vooral als je hierin een groot gedeelte van je vermogen wilt investeren.

Groenfondsen

Een derde alternatief is een investering in een groenfonds. Deze fondsen hebben een speciale status bij de belastingdienst, en zijn volledig vrijgesteld van de vermogensrendementsheffing.

In het nieuwe systeem voor vermogensrendementsheffing verliezen de groenfondsen echter hun grote voordeel ten opzichte van deposito’s, waarmee je een vrijwel gelijk rendement kunt behalen zonder de risico’s die bij een op de beurs verhandeld groenfonds horen. Over deposito’s hoef je vanaf dan namelijk ook (vrijwel) geen vermogensbelasting meer te betalen.

Het is daarnaast ook nog onduidelijk of groenfondsen hun fiscaal voordelige status in het nieuwe belastingsysteem behouden.

Concluderend: Voor nu lijken deposito’s het beste alternatief voor obligaties. Er kan echter nog veel veranderen als het voorgestelde belastingsysteem voor de implementatie in 2022 wordt aangepast.

Deel dit artikel:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *