Les geleerd: mijn buffer is alleen voor echte noodgevallen

Les geleerd: mijn buffer is alleen voor echte noodgevallen

Het is niet toevallig dat ik eerder vandaag een artikel publiceerde waarin het belang van een potje voor noodgevallen werd benadrukt. Ik heb namelijk onlangs zelf één van de belangrijkste regels van het noodpotje gebroken: ik heb een groot gedeelte ervan gebruikt voor een niet-noodgeval. En nu moet ik op de blaren zitten.

Ik zal hier precies beschrijven wat er gebeurd is. Misschien leer je er iets van, en voorkom je dat je in de toekomst dezelfde fouten maakt.

De voorlopige belastingaanslag

Aan het begin van ieder jaar ontvangen alle zelfstandigen van Nederland een voorlopige aanslag van de belastingdienst in de bus. Hier hoor ik ook bij. Ik mocht de inkomstenbelasting voor het jaar 2020 alvast vooruit gaan betalen.

Deze aanslag kwam natuurlijk niet als een verrassing. De hoogte van het te betalen bedrag wel. Dit was veel meer dan ik gewend was van vorige voorlopige aanslagen, en werd veroorzaakt door mijn hoge inkomsten in 2019. Mijn te behalen winst voor 2020 werd hierdoor veel hoger ingeschat dan ik had verwacht.

Korting op de belasting? Ja, graag!

De belastingdienst geeft je altijd de keuze om de belastingaanslag in 12 termijnen te betalen. Of je schrijft het bedrag in één keer helemaal over en ontvangt een betalingskorting van ongeveer 1.5%.

Toen ik zag dat ik honderden euro’s kon besparen door in één keer te betalen, was de keuze snel gemaakt. Een veilig rendement van 1.5% vind je namelijk nergens anders, toch? Er was alleen één probleem: ik had op mijn vrij opneembare rekeningen, in combinatie met een toevallig vrijvallende deposito ongeveer €9.000 minder dan het te betalen bedrag.

In mijn zoektocht naar de missende €9.000 viel mijn oog al snel op mijn noodpotje waarin, geheel volgens mijn persoonlijk beleggingsplan, altijd €10.000 weggelegd is voor noodgevallen. Voor de duidelijkheid: een belastingaanslag die in 12 termijnen betaald kan worden is géén noodgeval.

“Het gaat lekker met mijn werk de laatste tijd” dacht ik, “Dat noodpotje vul ik de komende maanden wel weer aan.”

Ik heb het volledige bedrag van de aanslag begin februari naar de belastingdienst overgemaakt.

Goed plan! Wat kan er nu misgaan?

Corona. Dat kon er misgaan.

We zijn inmiddels anderhalve maand verder, en ik ben van een bijna full-time werkend freelancer teruggevallen naar iemand die het grootste gedeelte van de dag zijn duimen zit te draaien, wachtend op een opdracht die niet komt. Ik verwacht de komende maanden niet meer dan 20% van mijn ‘normale’ inkomen, en mag al blij zijn als ik hiervan de vaste lasten kan betalen.

Dit was natuurlijk het perfecte moment geweest om gebruik te maken van mijn potje voor noodgevallen. Met die buffer had ik het bijna een jaar kunnen volhouden zonder in financiële problemen te komen.

Nu moet ik eerlijk zeggen dat de koersval op de beurs mij weinig doet. Het gebrek aan inkomen en vooral het ontbreken van een goed vangnet leveren veel meer stress op. Eind dit jaar valt er weer een depostio vrij, maar tot die tijd wordt het aanpoten om rond te komen.

Momenteel ben ik als een bezetene aan het proberen betalingen binnen te krijgen voor alle nog openstaande opdrachten die had afgerond voordat het Corona-virus in Nederland toesloeg. Dat zou genoeg moeten zijn om mijn noodpotje weer half vol te krijgen.

Daarnaast overweeg ik binnenkort een groot deel van de voorlopige aangifte terug te vragen bij de belastingdienst. Ik verwacht niet dat ik mijn 1.5% korting mag houden.

Deel dit artikel:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *